Vitamientjes. We zijn er allemaal groot mee geworden. Zo moet er van onze moeder 2 stuks fruit per dag worden gegeten en is de gebruikelijke ‘200 gram groente per dag’ tegenwoordig al lang niet meer voldoende volgens de experts. Hoewel vitamines en mineralen vaak in dezelfde zin worden gebruikt, zit er wel degelijk een verschil in deze twee gezondheidsboosters.
Vitamines zijn, net als mineralen, voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden te vinden zijn in eten en drinken. Het zijn stoffen die ons lichaam helemaal niet of onvoldoende zelf kan maken, maar die wel noodzakelijk zijn voor een gezonde groei en ontwikkeling van het lichaam en voor onze gezondheid in het algemeen. Tevens leveren vitamines geen energie voor het lichaam. Het belangrijkste verschil tussen vitamines en mineralen zit hem in de scheikundige samenstelling en oorsprong. Vitamines komen namelijk uit de levende natuur, uit stoffen die planten en dieren bijvoorbeeld kunnen maken. Mineralen daarin tegen komen uit dode natuur, die planten en dieren eerst zelf op moeten nemen.
13 verschillende soorten vitaminen
In totaal zijn er dertien verschillende stoffen met de naam vitamine, die tevens afkomstig is uit het Latijns (vita = leven, amine = stikstof bevattende stof). Het lichaam kan geen van deze stoffen dus zelf aanmaken, hooguit een aantal voorlopers ombouwen tot een soort vitamine, zoals het omzetten van zonlicht in vitamine D. De dertien soorten vitamines kennen we als volgt: vitamines A, C, D, E, K en 8 soorten vitamine B, namelijk: B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 en B12. Vitamine A, C en E worden gerekend tot de antioxidanten, stoffen die vrije radicalen ‘vangen’ zodat deze geen schade toe kunnen brengen aan cellen en weefsel.
Vitamines zijn in te delen in twee categorieën: vetoplosbaar en wateroplosbaar. Vetoplosbare vitamines zitten vooral in voedingsvetten, die het lichaam tot een bepaalde hoogte op kan slaan. Wateroplosbare vitamines kan het lichaam niet of nauwelijks opslaan. Het teveel aan vitamines van beide groepen wordt via gal en urine uitgescheiden.
Essentiële voedingsstoffen
Hoewel vitamines essentiële voedingsstoffen zijn, heb je van al deze verschillende soorten niet dezelfde hoeveelheid nodig. Zo kun je bijvoorbeeld wel een flink stootje vitamine C gebruiken, maar vraagt je lichaam veel minder van B12. Op de verpakking van verschillende producten in de supermarkt staat bijvoorbeeld aangegeven: …% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid. Dit is een richtlijn die bepaald is door de Gezondheidsraad en kan worden gezien als een ruime hoeveelheid.
De meeste mensen kunnen wel iets minder toe, in Nederland komt vitaminetekort praktisch niet voor. Echter niet iedereen neemt dezelfde hoeveelheid evengoed op, of op een andere manier (beter via drinken dan via eten bijvoorbeeld). De werking van je stofwisseling is dus erg belangrijk bij je ADH voor vitamines, net als het feit of het om een man, vrouw, kind of oudere gaat. Voor extra vitamines van een specifieke groep zijn er speciale vitaminesupplementen verkrijgbaar, die ook weer makkelijker door het lichaam worden opgenomen, dan wanneer het deze zelf uit voedsel moet halen.
Hoe het beste bereiden?
Goed, vitamines zijn dus van nature al in voldoende mate aanwezig in ons voedsel, maar nu heeft de manier van voedsel bereiden ook nog effect op het behoud van deze hoeveelheid. Zo is er bekend dat het lang, in ruim kokend water koken van producten ten koste gaat van de hoeveelheid vitamine C, net als het pureren of fijnsnijden ervan en die vervolgens bloot te stellen aan open lucht.
Daar staat dan wel weer tegenover dat het lichaam vitamines uit gekookte, klein gesneden producten makkelijker opneemt. Gelukkig hoeven we ons niet dus zoveel zorgen te maken over de technische kant van het verhaal, zolang je maar gezond en vooral gevarieerd blijft eten en zorgt dat je maar genoeg binnenkrijgt van vitamine L(iefde).